Klik op de kruisjes om de keuzemogelijkheden te zien en om het correcte antwoord te vernemen.
Klik op de kruisjes om de keuzemogelijkheden te zien en om het correcte antwoord te vernemen.
Het correcte antwoord is 1: onmiddellijk na inlopen van het laatste intermittent infuus.
Antwoord 2: deze spiegel is een plateauspiegel. Omdat het infuus continu loopt, maakt het in principe niet uit wanneer de spiegel juist genomen wordt.
Antwoord 3: voor het spiegelen van de dosis moet altijd een perifere bloedname gebeuren. Afname van een vancomycinespiegel via een permanente diep veneuze katheter (PICC, poort of Hickmann) kan afwijkende waarden geven, vandaar de nood voor perifere bloednames.
Het correcte antwoord is 2.
Het correcte antwoord is 3.
Antwoord 2 is correct: 'red man syndrome' is een roodheid van de huid van het hoofd en bovenlichaam, pijn en kramp in nek-, borst-, rugspieren. Deze reactie hangt samen met de concentratie en inloopsnelheid van het vancomycine-infuus. Het SJS is ook beschreven als een bijwerking van vancomycine, maar slechts zeer zelden (<0,01%) en hangt niet samen met de inloopsnelheid van het vancomycine-infuus.
Antwoord 1 is correct: enkel meropenem en ceftriaxone mogen in IV-bolus over enkele minuten worden toegediend. Ceftriaxone mag bovendien ook IM worden toegediend. Caspofungine moet altijd over 1 uur worden toegediend om te vermijden dat er infusiegerelateerde reacties optreden, zoals onder andere rillingen.
Het correcte antwoord is 2.
Het correcte antwoord is 3.
Het correcte antwoord is 2: Ceftriaxon niet gelijktijdig toedienen met intraveneuze calciumhoudende oplossingen (waaronder parenterale voeding) vanwege het risico van neerslag. Ceftriaxon en calciumhoudende oplossingen kunnen wel na elkaar worden toegediend (maar niet bij een pasgeborene jonger dan 28 dagen), mits de infuuslijnen tussen de toediening van de verschillende oplossingen zorgvuldig gespoeld worden met een fysiologische zoutoplossing.